Koenders: Geboortebewijs kan meisjes redden

Koenders: Geboortebewijs kan meisjes redden


Minister Bert Koenders voor Ontwikkelingssamenwerking pleit
voor een betere registratie overal ter wereld van de geboorte van
kinderen. Vooral bij meisjes kan dat hun positie verbeteren en het
geweld tegengaan. ,,Zonder bestaansbewijs kunnen meisjes en vrouwen
nergens rechten aan ontlenen, zoals het recht op onderwijs, legale
bescherming, toegang tot gezondheidszorg en het recht om pas na je
achttiende te trouwen.''
Dat zei Koenders op de tweede dag van de conferentie over geweld
tegen meisjes in het Kurhaus in Scheveningen. Hij riep de conferentie
op te investeren in een adequaat registratiesysteem, onder meer in
Afrikaanse landen. Het is een van de aanbevelingen van professor Paulo
Sergio Pinheiro uit Brazilië, een autoriteit op het gebied van de
bestrijding van geweld.
De minister wees op een project in Mozambique waaraan Nederland via
Unicef meebetaalt om een grote achterstand weg te werken in de
registratie van (pasgeboren) kinderen. De ambassade bedacht daarvoor
mobiele brigades, die in de kleinste dorpjes kwamen om kinderen te
registreren. De inspanning had succes, zei Koenders. ,,Eerst was
slechts 10 procent van de kinderen geregistreerd, nu is inmiddels al 70
procent opgenomen in het systeem'', zei Koenders.
Verder benadukte hij het belang om de traditie van
vrouwenbesnijdenis tegen te gaan, het liefst met niet-repressieve
middelen. Het gaat er volgens hem om via voorlichting en educatie hele
gemeenschappen tot het inzicht te brengen dat deze verminking slecht is
voor de gezondheid en het welzijn van vrouwen. In Senegal is dat
volgens de bewindsman gelukt.
Daar eiste een groep vrouwen in 1997 in het dorpje Malicounda
Bambara dat besnijdenis werd afgeschaft. Via de media ontstond een ware
revolutie, aldus Koenders. Uiteindelijk keerden al meer dan drieduizend
Senegalese dorpen, driehonderd dorpen in Guinea en 23 gemeenschappen in
Burkina Faso zich tegen besnijdenis van meisjes. Ook schaften
vijfduizend gemeenschappen in Senegal de vroege huwelijken af.
Nederland draagt met 1,5 miljoen euro uit het fonds van het
Schoklandakkoord bij aan het IAC, het International Committee on
traditional practices. Die probeert in 28 Afrikaanse landen wetgeving
te ontwikkelen in de strijd tegen genitale verminking. In zestien
landen is dat gelukt. Nederlandse ambassades in zeker negen landen zijn
ook actief om vrouwenbesnijdenis tegen te gaan.